Waterflossers hebben de afgelopen jaren aan populariteit gewonnen als aanvullende hulpmiddelen voor mondhygiëne. Er blijven echter vragen en misvattingen bestaan bij zowel tandheelkundige professionals als consumenten over hun veiligheid en de juiste selectie van mondstukken. Belangrijke zorgen zijn onder meer of irrigatie onder hoge druk het tandvlees kan beschadigen en hoe verschillende mondstuktypen in effectiviteit verschillen. Dit artikel synthetiseert actueel onderzoek met klinische ervaring om professionele begeleiding te bieden over de veiligheid van waterflossers en optimaal gebruik.
Een langdurige zorg suggereert dat waterstralen onder hoge druk bacteriën in parodontale pockets kunnen dwingen, wat mogelijk diepere infecties kan veroorzaken. Actueel onderzoek spreekt deze aanname echter tegen. In 1988 voerde Dr. Charles Cobb, een parodontologieonderzoeker aan de Universiteit van Missouri-Kansas City, een veiligheidsstudie uit waarin de effecten van waterflossers op parodontale pockets werden onderzocht. De studie omvatte patiënten met parodontitis die tandextracties nodig hadden, waarbij sommigen 60 psi waterflossen kregen en anderen als controle dienden. Analyse met een scanning-elektronenmicroscoop toonde aan dat gespoelde pockets bacteriële verstoring vertoonden tot 6 mm diep, terwijl ongespoelde pockets dikke bacteriële lagen behielden. Cruciaal is dat onderzoekers geen traumatische schade aan de pocketwanden waarnamen, wat de veiligheid van waterflossers bij de juiste drukken aantoont.
Meerdere studies die de impact van waterflossers op de diepte van parodontale pockets bij onderhoudspatiënten beoordeelden, vonden geen toename van de diepte. Een studie uit 2000 van de Baylor University rapporteerde zelfs een significante vermindering van de pocketdiepte na slechts 14 dagen waterflossen met 60 psi.
Met betrekking tot het risico op bacteriëmie geven studies aan dat door waterflossers veroorzaakte bacteriëmie voorkomt bij ongeveer 7% van de patiënten met gingivitis en 50% van de patiënten met parodontitis - percentages die vergelijkbaar zijn met die van tandenpoetsen (20%-68%), flossen of zelfs kauwen (51%). Waterflossers vormen dus geen groter risico op bacteriëmie dan routinematige mondhygiëneactiviteiten.
Waterflossers hebben verschillende mondstuktypen, elk ontworpen voor specifieke toepassingen. De juiste selectie van mondstukken heeft een aanzienlijke invloed op de reinigingseffectiviteit:
Waterflossers zijn verkrijgbaar in modellen voor op het aanrecht en draadloze modellen. De optimale keuze hangt af van individuele behoeften, voorkeuren en levensstijl. Beide typen bieden drukbereiken die overeenkomen met de parameters van klinische onderzoeken (20-100 psi voor de meeste modellen voor op het aanrecht; 45/75 psi voor draadloze modellen met twee instellingen; 45/60/75 psi voor versies met drie instellingen).
Eerste gebruikers moeten beginnen met lage instellingen en geleidelijk overgaan naar gemiddelde drukken (aanrecht niveau 6-7 of draadloos 60-75 psi) voor optimale resultaten. Hogere instellingen (8-10) zijn ook veilig. Klinische onderzoeken gebruiken doorgaans gemiddelde instellingen om universeel comfort en toegankelijkheid te garanderen.
Met 70 klinische onderzoeken die de werkzaamheid ondersteunen en 55 jaar professionele goedkeuring, blijft waterflossen een veilige, effectieve oplossing voor mondhygiëne bij correct gebruik met de juiste selectie van mondstukken.